Cijferverantwoording- Cijferverantwoording
Varianten van het coronavirus
Waar komen de cijfers vandaan?
De cijfers over varianten van het coronavirus komen van het RIVM. Deze data zijn beschikbaar als open data.
- Download het csv-bestand met de open data van het RIVM over coronavarianten
- Bekijk de beschrijving van de dataset van het RIVM over coronavarianten
Hoe komen de cijfers tot stand?
In Nederland doet het RIVM onderzoek naar varianten van het coronavirus. Dit gebeurt in de kiemsurveillance. Eind 2020 is het RIVM daarmee gestart. Het RIVM onderzoekt wekelijks een steekproef van monsters van positieve testuitslagen die het ontvangt van allerlei laboratoria in Nederland.
Als het RIVM weet hoe groot het aandeel van elke variant is, wordt berekend hoe snel de aantallen van verschillende varianten naar verwachting toenemen. Daarmee kan het RIVM inschatten wat het aandeel van een variant in de toekomst zal zijn. Elke week als er nieuwe gegevens binnenkomen, worden deze gegevens getoetst aan de verwachting. Zo wordt de verwachting steeds betrouwbaarder. De cijfers die wij op het dashboard tonen, zijn echter niet de verwachtingen van het RIVM, maar de gegevens afkomstig uit het kiemsurveillance-onderzoek. Het uitvoeren van het onderzoek, het klaarmaken van de monsters en het verwerken van de gegevens kost tijd. De cijfers van de laatste weken zijn daarom nog niet compleet en tonen wij niet op het dashboard. Het gebeurt daarom geregeld dat het RIVM, en de media die vaak berichten over de verwachting van het RIVM, een ander percentage van een variant noemen dan het dashboard op dat moment laat zien.
Aantallen kunnen per week afwijken ten opzichte van vorige publicaties. Dit kan komen door aanpassingen in de afnamedatum van monsters of door een wijziging van het monster in het registratiesysteem. Data kunnen in de laatste weken nog niet volledig zijn en met een volgende publicatie nog worden aangevuld. De gegevens op het dashboard worden met terugwerkende kracht aangepast.
Varianten op het dashboard
In de tabel op het dashboard worden de zorgelijke varianten (Variants of Concern) en ‘interessante’ varianten (Variants of Interest) getoond. Het Europese centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beschouwen een variant als Variant of Concern als de variant besmettelijker is, mensen zieker maakt of als vaccins minder effectief zijn tegen de variant. Een Variant of Interest is een variant waarvan meerdere besmettingen in een bepaalde situatie of cluster zijn ontdekt of die in meerdere landen is gevonden.
In de grafiek op het dashboard staan alleen de varianten die het ECDC als zorgelijk beschouwt, de Variants of Concern dus. Deze varianten worden gevolgd en in kaart gebracht, vanwege hun mogelijke risicovolle kenmerken. Het RIVM volgt de richtlijnen van het ECDC en de WHO hierin. De varianten die niet apart worden getoond in de grafiek worden in de categorie ‘alle andere varianten’ vermeld.
- Bekijk op de website van het ECDC de zorgelijke varianten
- Bekijk op de website van de WHO de zorgelijke varianten
- Lees meer op de website van het RIVM over varianten van het coronavirus
EG.5 (een subvariant van XBB.1.9)
Op 9 augustus 2023 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de omikron-subvariant EG.5 (een subvariant van XBB.1.9) opgewaardeerd van een "variant under monitoring" (VUM) naar een "variant of interest" (VOI). Dit is gedaan omdat de eigenschappen van EG.5 om mogelijk door te groeien naar een dominante variant.
In Nederland wordt EG.5 ook aangetroffen en deze subvariant neemt toe in aandeel. Het gaat nu om kleine aantallen. Er zijn nu nog geen aanwijzingen dat deze subvariant ernstiger ziekte veroorzaakt dan eerdere omikronvarianten. Volgens de meest recente risico-analyse van de WHO wordt het risico van deze variant als "laag" ingeschat. Kijk voor meer informatie over het coronavirus en varianten op de site van het RIVM.
Onvolledig beeld vanaf week 21, 2023
Sinds 22 mei 2023 (week 21) zijn er te weinig metingen/monsters binnengekomen. Door de lage aantallen monsters kunnen de grafieken vanaf die datum een vertekend en onvolledig beeld geven van de verhoudingen van de varianten. Er kunnen varianten ontbreken en een getoonde variant kan te veel aanwezig zijn, waardoor de verdeling niet meer representatief is.
Aanpassingen in de grafiek alfavariant
Vanaf 3 september 2021 beschouwen ECDC en de WHO de alfavariant niet meer als een zorgelijke variant, maar als een Variant of Interest. Sinds die datum verwerkt het RIVM de variant in de dataset als Variant of Interest. In de grafiek ‘Varianten van het coronavirus door de tijd heen’ worden deze varianten vermeld onder ‘overig’. Om die reden was de variant tussen 3 september en 28 oktober 2021 niet zichtbaar in de grafiek.
Omdat de alfavariant een zorgelijke variant (Variants of Concern) is geweest en bijna een half jaar de dominante variant is geweest, wordt voor deze variant een uitzondering gemaakt. Vanaf 28 oktober 2021 is de alfavariant weer zichtbaar in de grafiek.